Van nectar tot honing

  1. Het verwerkingsproces begint al bij het verzamelen van de bloemennectar. De bij gebruikt haar speciale, buisvormige tong om de nectar op te zuigen. Ze houdt een kleine portie van de nectar voor zichzelf ter dekking van haar energiebehoefte.
  2. Het grootste deel van de oogst wordt al tijdens de terugvlucht van de verzamelplaats naar de bijenkast bewerkt. In de speciale honingmaag worden enzymen, organische zuren en andere stoffen toegevoegd.
  3. In de bijenkast wordt de nectar door middel van braken doorgegeven aan werkbijen. De honing wordt door deze bijen verder met enzymen verrijkt en het overtollige water wordt deels ontrokken.
  4. De bewerkte nectar wordt dan in de vorm van een druppeltje in een cel van de raat uitgebraakt.
  5. Tijdens het rijpen verdampt nog een aanzienlijk deel water uit de honing en krijgt ze een stroperige consistentie. Verse bloemennectar bevat ongeveer 70% water; volrijpe honing bevat nog slechts 18% water.
  6. De bijen verzegelen de raat met rijpe honing met een wasdekseltje.

Honingwinning

Het afnemen van honing
Aan het wasdeksel herkent de imker of de honing rijp is voor de oogst. Als de kasten zwaar aanvoelen en de honingraten goed verzegeld zijn, gaat de imker de honing afnemen.

Het ontzegelen van de raten.
De bijen worden voorzichtig van de honingraat geschoven. Daarna verwijdert de imker de wasdekseltjes met een speciale vork.

Slingeren
Vervolgens worden de volle honingraten in een zogeheten ‘honingslinger’ of centrifuge gedaan, waarin de honing uit de raat wordt geslingerd. Op die manier worden de waardevolle bestanddelen van de honing niet beschadigd.

Honingverwerking

Het zeven (filteren) van de honing
Men zeeft de honing om verontreinigingen zoals wasdeeltjes, stuifmeelklompjes en andere onzuiverheden te verwijderen.

Het rijpingsproces : het zemen
Na het slingeren laat men de honing gedurende 3 tot 5 dagen in gesloten containers staan, zodat de wasresten, deeltjes stuifmeel en andere vreemde deeltjes zich op het oppervlak kunnen verzamelen. Door de schuimlaag 1 of 2 keer te verwijderen ontstaat er een kristalheldere honing.

Honing enten
Door vloeibare honing te vermengen met een kleinere hoeveelheid vaste honing (enten) ontstaat er een crème-achtig, smeerbare honing. Het kristallisatieproces verloopt met andere woorden gecontroleerd. Afhankelijk van de honingsoort vindt versnelde kristallisatie plaats en ontstaan kleinere kristallen die de honing vaster maken.